U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Souvenirs: Wat neem jij mee?
Het ligt voor de hand dat je een aandenken wilt als je een stad of streek hebt bezocht. Als je deze zomer op vakantie gaat, is de kans groot dat je op zoek gaat naar een souvenir. Misschien heb je van te voren bedacht wat het gaat worden of doe je ter plekke een impuls aankoop: een mok of een magneet voor op de koelkast.
Zomer 2020 gingen veel Nederlanders, als gevolg van de coronacrisis, op vakantie in eigen land. Een mooie kans om je in je eigen cultuur te verdiepen en om een souvenir mee te nemen. Het Nederlands Openluchtmuseum is benieuwd naar waar je je oog op hebben laten vallen. Maar voor het zover is, eerst een korte geschiedenis.
Dat mensen graag tastbare herinneringen van ver meenemen is niks nieuws. Een vroeg voorbeeld vind je in de Hindelooper Kamer van het Nederlands Openluchtmuseum. Eeuwenlang bereisden Hindeloopers zeeën en oceanen, uit verre oorden werd van alles meegenomen om binnenshuis mee te pronken. Goede voorbeelden in de Hindelooper Kamer in het museum zijn het Aziatisch porselein, exotische schelpen en een struisvogelei. Toch wordt het Franse woord souvenir in de betekenis van ‘aandenken’ in Nederland pas voor het eerst in 1837 gebruikt.
Eeuwenlang bereisden Hindeloopers zeeën en oceanen, uit verre oorden werd van alles meegenomen om binnenshuis mee te pronken.
In Nederland kon slechts een kleine groep zich toen plezierreizen veroorloven, de toeristen die kwamen kozen meestal voor karakteristieke steden als Delft en Leiden. Voor souvenirs ging je niet naar een toeristenwinkel, maar bijvoorbeeld naar de markt. Zo kon je in Leiden kleine diorama’s kopen in houten kastjes achter glas. Deze in been of hout gesneden kunstwerkjes kon je voor een paar gulden kopen. Ze werden vervaardigd door de Leidse familie Bavelaar, die hier zo bedreven in was dat wij deze diorama’s tegenwoordig een Bavelaar noemen.
Een eeuw later konden meer mensen zich een plezierreisje veroorloven. Marken en Volendam kwamen aan het begin van de twintigste eeuw in trek als toeristische bestemming. In deze Noord-Hollandse plaatsen kon je het oorspronkelijk Holland zien, zo was het idee. Op Marken verschenen de eerste show- en kijkhuizen waar je tegen betaling mensen in streekdracht mocht fotograferen en natuurlijk souvenirs kon kopen: het toerisme zoals wij dat nu kennen was geboren.
De souvenirs die wij heden ten dage verkopen of kopen kloppen niet altijd met het verleden. Neem een voorbeeld aan het Delfts blauwe zoenende stel in pseudo-Volendammer streekdracht. De kledij van de jongen en het meisje is niet zoals die echt gedragen werd, eerder een versimpeling. In zo’n geval spreken wij van pseudo-streekdracht. Een ander voorbeeld zijn klompen, vaak hangen er blauwwitte Delfts blauwe exemplaren tussen – een combinatie van twee voor de toerist typisch Nederlandse zaken, die echter weinig met elkaar te maken hebben.
De souvenirs die wij heden ten dage verkopen of kopen, kloppen niet altijd met het verleden.
Souvenirs kunnen natuurlijk ook kleine versies van een groot bouwwerk zijn. Soms zijn ze eetbaar of tonen ze een afbeelding van een dier dat staat voor een stad, regio of land. De meeste souvenirs zijn er voor de sier, daarnaast hebben ze over het algemeen geen lange levensduur.
In de afgelopen decennia zijn wij meer en steeds verder gaan reizen. Een koelkast vol buitenlandse magneten is niet ongebruikelijk. Het Nederlands Openluchtmuseum is benieuwd naar wat jullie in de wacht hebben gesleept of komende zomer in de wacht gaan slepen. Weet jij van te voren al wat je gaat kopen, of wacht je tot het laatste moment?
Tim Smeets
Conservator Nederlands Openluchtmuseum