U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
De roze driehoek: van symbool van vernedering tot een van trots
De regenboog kent vrijwel iedereen als symbool van seksuele en genderdiversiteit: denk aan vlaggen en regenboog(zebra)paden. De roze driehoek, die je kunt zien als een voorloper van de vlag, is minder bekend en heeft een grimmige geschiedenis. Conservator Inge Schriemer werpt licht op de betekenis van deze symbolen. En hoe kijken mensen uit de LHBTIQ+-gemeenschappen hier tegenaan?
Symbolen zijn krachtige middelen om aandacht te vragen voor een specifiek onderwerp. In 1978 ontwierp een Amerikaanse kunstenaar een regenboogvlag als symbool van trots en diversiteit voor homo’s. Vanaf 1990 werd dit symbool ook in Nederland gebruikt. Met behulp van vlaggen, sieraden en accessoires in regenboogkleuren en sinds 2013 ook regenboogpaden vragen mensen aandacht voor seksuele en genderdiversiteit. Sommige overheden en bedrijven gebruiken regenboogsymboliek om uit te dragen dat zij seksuele en genderdiversiteit belangrijk vinden.
Voor 1990 had de roze driehoek deze functie. De oorsprong van het symbool ligt in het naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zoals joden herkenbaar een gele ster moesten dragen, werden er voor verschillende minderheden merktekens ontwikkeld. Gevangenen in concentratiekampen moesten dat merkteken op hun kleding dragen. Homoseksuele en mensen die een zedenmisdrijf hadden gepleegd, droegen een roze driehoek.
Na de Tweede Wereldoorlog was er veel aandacht voor het leed dat joden was aangedaan. Andere vervolgden kregen minder aandacht. Een Oostenrijks boek en het daarop gebaseerde toneelstuk Bent, bereikten vanaf 1972 een groot publiek. Dit activeerde homo’s; zij wilden erkenning èn acceptatie van homoseksualiteit. De roze driehoek werd het symbool voor deze boodschap. Vanaf toen werd het nazimerkteken in Nederland en internationaal ingezet als geuzenteken.
Van een symbool van vernedering en vervolging veranderde de roze driehoek in een symbool van activisme en trots. Al gold dat niet voor iedereen. Het gebruik en de betekenis van symbolen verschilt van mens tot mens. En gedurende een mensenleven kan een betekenis veranderen. Dit blijkt ook uit een scriptieonderzoek over de roze driehoek door Luuk Joling uit 2016 en een rondvraag onder bekenden van de schrijver van dit artikel in 2022.
Voor Apeldoorn (1951) ‘stond de roze driehoek voor coming out èn voor alles wat niet goed was: de Tweede Wereldoorlog, onderdrukking en vervolging.’ ‘Voor mij was het een mooie methode om zonder iets te vertellen toch te laten zien dat ik homo ben’. Klaver (1960) kende de roze driehoek niet tot hij lid werd van het COC: ‘Toen ik me aanmeldde in 1983/1984 kreeg ik een soort starterspakket’ met informatie over homoseksualiteit. Klaver (1960) droeg een speldje met de roze driehoek ‘het liefst overal, behalve naar mijn ouders. Ik wilde voor hen geen strijdbare oproerkraaier zijn. Wel droeg ik de roze driehoek in de trein. Laat het twee of drie keer gebeurd zijn dat iemand ernaar vroeg. Ik vond het een mooi idee om een symbool dat als brandmerk bedoeld was om te keren naar iets van trots.’ Op dit moment is de roze driehoek voor Klaver nog vooral verbonden met ‘4 mei en de oorlog: een symbool dat waarschuwt: pas op, het kan zo weer gebeuren.’
Jongere generaties lijken de roze driehoek vooral te verbinden met de Tweede Wereldoorlog. ‘Daarnaast is de driehoek voor mij verbonden met het homorechtenactivisme ‘de flikkerbeweging’ in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. De driehoek is voor mij dus vooral verbonden met het verleden.’, aldus een man (1965). Een andere man (1980) zegt: ‘Persoonlijk heb ik niets met de roze driehoek. Dat is meer iets van de actievoerende generatie voor mij, denk ik.’
Vooral de regenboogvlag lijkt nu betekenis te hebben, vooral voor jongere mensen. Voor Chris (1987) staat deze vlag voor ‘diversiteit, tolerantie, vrolijk, inclusief’. Philippe (1993) sluit daarbij aan: ‘de regenboogvlag is een minder zwaar beladen teken van gender- en seksuele diversiteit.’ Voor Bram (1984) ‘zijn vlaggen krachtige symbolen. Hetzelfde geldt voor Pride-vlaggen. Ik moedig iedereen aan om diens plekje te vinden op het spectrum van seksualiteit en genderidentiteit en een vlag te maken of te adopteren. Voor mijzelf is mode het belangrijkste symbool voor genderidentiteit; de toepassing van specifieke kleding in een bepaalde context is ook een symbool voor genderdiversiteit.’ Een man (1980) geeft aan dat hij ‘niet zoveel’ heeft ‘met die vlaggenparade. Het zegt mij niet zoveel als er bij de bakker en groenteboer een regenboogvlag hangt. Wat doet de bakker als diens zoon uit de kast komt? Daar gaat het uiteindelijk om.’
Door: Inge Schriemer (Conservator Ontwikkeling, zingeving en ontspanning)