U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
“Plichten en vormen voor beschaafde menschen”
In het nieuws hoor je tegenwoordig regelmatig iets over ‘grensoverschrijdend gedrag’. Dat gedrag is niet iets van de laatste tijd, het zal vroeger ongetwijfeld ook voorgekomen zijn. Ook toen waren er wel degelijk regels over hoe men geacht werd zich te gedragen. Er werden zelfs boekwerken over uitgegeven. In de bibliotheek van het Nederlands Openluchtmuseum zijn verschillende publicaties te vinden. Een van de mooiste is misschien wel het boek ‘Plichten en vormen voor beschaafde menschen : een handboek’, geschreven door Marguérite de Viroflay, waarvan de eerste druk rond 1900 verscheen.
Volgens de toen heersende opvattingen moesten vrouwen zich vooral niet te vrijpostig opstellen: “… er zijn nu eenmaal zekere vormen, gewoonten en gebruiken die het jonge meisje in acht behoort te nemen. Zij moet niet te luid lachen en praten, vooral op straat, kortom zij moet alles vermijden, waardoor zij de aandacht op zich vestigt. Zij gaat op straat rustig en zoo min mogelijk in het oog loopend haar weg, blijft niet te lang voor de vitrines der magazijnen staan kijken, wendt zich niet om, om iemand na te zien, dringt niet om in de tram te komen […]”.
Niet te veel opvallen was in die tijd dus het devies, net als geen aanstoot geven: “dankzij de co-educatie heerscht in ons land in het algemeen eene prettige aangenaame toon tusschen de jonge meisjes en de jongelui, voor het meerendeel vrij van de smetten van affectie en gemaniereerdheid”.
Ook van mannen werd beschaafdheid verwacht: “In den omgang met dames behoort een heer voorkomend te wezen, doch correct en niet opdringerig. En vooral, hij vergete nooit, dat eene vrouw, die zich in het openbare leven beweegt, die verplicht is haar brood te verdienen door een ambt, beroep of betrekking te vervullen, daarom toch niet ophoudt vrouw te zijn en dus alle aanspraak behoudt op een beleefde behandeling zijnerzijds. De kantooremployée, de handelsreizigster, de winkelbediende, zijn vrouwen met evenveel recht op hoffelijkheid als de mondaine, die haar tijd doorbrengt met het vertroetelen van haar schoothondje en het doorbladeren van de nieuwste illustraties”.
Vervolgens zijn er nog een hele trits normen, waarden en richtlijnen waar “de beschaafde mensch” aan zou moeten voldoen. Niet alleen in de omgang met het andere geslacht, maar ook bij visites, kaartspelen, dansen, de vormgeving van je visitekaartje, welke geschenken of bloemen wel en niet kunnen, het ontvangen van logés, hoe uitnodigingen te beantwoorden, maar ook bij het onderhouden én verbreken van relaties, gedrag tegenover dienstbodes, op reis, zelfs hoe om te gaan met huisdieren. Nee, het valt nog niet mee om een “beschaafd mensch” te zijn. Daarvoor moet je maar liefst 140 pagina’s do’s-and-don’ts tot je nemen. Blijkbaar was er veel belangstelling voor: niet voor niets verscheen er rond 1919 een “4e veel vermeerderde en verbeterde druk”.
Wie Marguérite de Viroflay was, is niet duidelijk. Er is over haar weinig te vinden; waarschijnlijk is deze naam een pseudoniem. Zij heeft meerdere boeken over etiquette geschreven, zoals: “Goede manieren : een etikkettenboek [sic] voor dames en heeren” (circa 1920) en “Een dame, wat zij moet doen en nalaten : handboek” (1920). Van haar hand is ook een boek in het Indonesisch: "Adat isi'adat orang Belanda" (De gebruiken van het Nederlandse volk; 1922).
Het boekwerkje in de bibliotheek komt uit een nalatenschap. Het is duidelijk gebruikt en niet helemaal ongeschonden gebleven. In het register zijn met potlood verschillende onderwerpen aangestreept. Met welke reden is niet duidelijk. Heeft de bezitter die onderdelen gelezen, spraken juist deze die persoon aan, of juist niet? We zullen het nooit weten…
Ronald de Ruiter
Bibliothecaris