U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Ontzag voor onderwijzers
Hoe denk jij terug aan de leraren van de lagere school?
Zelf had ik veel ontzag voor de meesters en juffen op de basisschool. In mijn beleving wisten zij alles. Een compliment van de onderwijzer ervoer ik als iets bijzonders. De sierlijke krul die vervolgens naast een opdracht prijkte en de sticker die ik soms mocht uitkiezen voelden als kleine trofeeën. Straf van een onderwijzer was erger dan straf van iemand anders. Ik herinner me nog dat ik rond 1993 voor straf het schoolplein moest aanvegen. Rond de zandbak lag veel zand, wat het aanvegen tot een zware klus maakte.
Deze gedachten kwamen bij me op toen ik een ets uit de zeventiende eeuw tegenkwam in de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum. De beroemde zeventiende-eeuwse prentkunstenaar Jan Luyken publiceerde deze ets in zijn rijkgeïllustreerde boek over beroepen: ‘Het Menselyk Bedryf’. ‘De schoolmeester’ is de titel van deze prent. De onderwijzer is prominent afgebeeld, aan een lessenaar vooraan. In de klas zie ik jongens van verschillende leeftijden. Er zijn geen meisjes bij.
Een plak? Inderdaad, van het spreekwoord ‘onder de plak zitten’.
Voor de lessenaar op de grond zie ik een houten schooltas. Tegen een van de schoolbanken en aan een haakje aan de muur, tussen de beide ramen met uitzicht op de stadse omgeving, zijn trouwens nog twee van zulke houten schooltassen weergegeven.
Bij de onderwijzer staan twee jongens. De voorste buigt zich voorover en wijst met zijn linkerwijsvinger iets aan in een opengeslagen boek of schrift. De schoolmeester wijst naar dezelfde plek. Wat kijkt hij streng. Heeft de jongen onvoldoende vordering gemaakt met lezen of slordig geschreven? Met zijn vrije hand wijst de onderwijzer achter zich, naar een voorwerp aan de muur. Wat staat de jongen te wachten?
Achter de schoolmeester tegen de muur hangt een zogenaamde plak, aan een koord aan een spijker. Een plak? Inderdaad, van het spreekwoord ‘onder de plak zitten’. Mijn woordenboek omschrijft de betekenis van dit spreekwoord als ‘onder streng gezag staan’. De plak is evenals de roe een strafmiddel van de schoolmeester.
Soms kregen leerlingen een boek als beloning. Toch zullen heel wat kinderen de schoolmeester vanwege zijn strafmethodes vooral gevreesd hebben.
In de zeventiende eeuw blijkt straffen een belangrijk middel om te leren. En de plak is een vaakgebruikt strafmiddel voor ondeugende of ongehoorzame leerlingen, of kinderen die volgens de onderwijzer hun best niet hadden gedaan. Meestal was een plak van hout. In de zeventiende eeuw had iedere schoolmeester een plak of een roe, of allebei. Kinderen die straf verdienden, moesten hun hand met de handpalm omhoog op de lessenaar leggen en de meester sloeg dan een aantal keer met de plak op hun hand. Zo bezeerde hij zichzelf niet, wat wel gebeurde als hij met zijn hand zou slaan. Des te meer zeer deed het de kinderen die dit overkwam.
Met de roe sloeg de onderwijzer een kind op de rug of de billen. Overigens bezit het Nederlands Openluchtmuseum een zeldzaam exemplaar van messing, ook wel geelkoper genoemd. Belonen van goed gedrag of goede schoolresultaten gebeurde in de zeventiende eeuw ook, maar daarover zijn minder bronnen bekend.
Toch kwamen lijfstraffen tot halverwege de twintigste eeuw nog voor: een ferme tik met een liniaal, riet of een draai om de oren.
Soms kregen leerlingen een boek als beloning. Toch zullen heel wat kinderen de schoolmeester vanwege zijn strafmethodes vooral gevreesd hebben. De zeventiende-eeuwse onderwijzer moest ook wel streng zijn, want in zijn eentje had hij vaak grote groepen kinderen in het gareel te houden. Soms zaten er wel zeventig leerlingen in een schoolklas!
Officieel mogen onderwijzers al sinds 1820 geen lijfstraffen meer geven. Ook het schoolsysteem veranderde aan het begin van de negentiende eeuw: er kwam klassikaal onderwijs en leerlingen werden ingedeeld in kleinere leeftijdsgroepen. De plak en roe verdwenen uit de lokalen. Toch kwamen lijfstraffen tot halverwege de twintigste eeuw nog voor: een ferme tik met een liniaal, riet of een draai om de oren. Een goedkope kinderprent over ‘de dorpsschoolmeester’ laat eveneens zien hoe gewoon de roe als attribuut aan het einde van de negentiende eeuw nog was. De tekst eronder vertelt ons dat de mentaliteit ondertussen wel veranderde: ‘Kinderen, dierbare leerlingen, vooral op de achterste banken, weest aandachtig, want morgen is het de dag der prijsuitdeeling’. Ik ben blij dat onderwijzers hun leerlingen steeds dierbaarder gingen vinden en dat de lijfstraffen die in de zeventiende eeuw gebruikelijk waren inmiddels uit het onderwijs zijn gebannen. Het vegen van het schoolplein was misschien zo erg nog niet.
Inge Schriemer
Conservator Ontwikkeling, Zingeving en Ontspanning, Nederlands Openluchtmuseum