U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Recept: Papeda- Eten wat de pot schaft in de Molukse barak
In 1951 komen ruim 12.500 Molukkers naar Nederland. Het zijn soldaten uit het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en hun gezinnen. Ze kunnen niet langer in Indonesië blijven en kunnen niet terug naar de Molukken. De Molukkers moeten erg wennen aan het Nederlandse eten. Het liefst koken ze zelf, maar niet alles is te koop. Ze missen het belangrijkste ingrediënt voor hun geliefde papeda: sago. Ook pandanblad, verse gember, koenjit en laos zijn niet verkrijgbaar.
Creatief omgaan met eten
Juressa werkt in de Molukse barak in het Openluchtmuseum. Haar opa en oma zijn in 1951 met de Castelbianco naar Nederland gekomen. Haar moeder is in 1954 geboren en in barakkenkamp De Biezen (Barneveld) opgegroeid tot haar twaalfde. "Mijn opa en oma hebben mij opgevoed om mijn ouders te kunnen laten werken". Juressa over het wennen aan het Nederlandse eten: ‘Het was per kamp verschillend. Wel was het zo dat er voor hen gekookt werd. Omdat onze opa's en oma's de Hollandse pot niet kenden. En ja, het was eten wat de pot schaft: stamppot, spruitjes, het goedkoopste van het goedkoopste.
Een recept van die tijd ...dat zij omturnden op hun manier.. Eigenlijk alles.. Op het moment dat ze zelf mochten gaan koken, gingen ze aan de slag met roerbakken en nog steeds. Met zout, peper en citroenen kwamen ze een heel eind. Vanaf dat moment kregen de Hollandse dames kookles van onze oma's.’
Rechts onder een ‘Hollandse dame’ die kookles kreeg van de oma’s. Links van deze mevrouw staat Juressa’s oma op de foto. Foto gemaakt in De Biezen in Barneveld, ca 1956/1957.
Recept: Papeda
- 200 g sagomeel of aardappelzetmeel
- 650 ml water
Doe het sagomeel of aardappelzetmeel in een kom. Meng dat met ongeveer 50 ml koud water. Roer dit door elkaar totdat het een mooi glad dik papje wordt. Doe er 600 ml kokend water erbij, terwijl je met een garde draait. Blijf doorgaan met de garde totdat het een dik papje is. Let op: bij sagomeel wordt het beslag minder stevig dan bij aardappelzetmeel.
Topping (ikan pindang kuning) maken
- 1 verse makreel (500 g)
- 50 ml citroensap
- 1 grote ui, fijngesneden
- 6 tenen knoflook
- 50 g verse laos
- 100 g verse gember
- 2 stengels citroengras
- 1 tl gemalen kurkuma
- 2 rode Lombok-peper
- 1 rode Spaanse peper
- 3 groentebouillonblokjes
- 4 kaffirlimoenblaadjes
- 4 blaadjes daun salam (Indonesische laurier)
- 3 el olie
Maak de vis schoon en spoel hem goed na met koud water. Zorg dat er geen bloed meer te zien is, dit geeft een bittere smaak. Doe de kruiden en 1 el olie in een blender of vijzel. Meng totdat het een mooie massa wordt: de bumbu. Verwarm olie in een stoofpan en voeg de bumbu toe op laag vuur. Laat het sudderen zodat de smaken vrijkomen. Voeg de vis toe en bak kort mee. Voeg het citroensap en een beetje water toe, totdat de vis net is bedekt. Voeg daun salam, limoenblad en de bouillonblokjes toe. Tip: voeg ook de citroenschillen toe om het frisser te maken. Sluit de pan af en laat de vis op een laag vuur sudderen.
Zodra de saus is ingedikt, is het klaar. Dit gerecht kan ook bereid worden met witvis. Let er dan wel op dat je de vis niet te lang laat doorgaren.