U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Wat vertelt de kleur van een kozijn?
Van de Amsterdamse binnenstad tot het Groningse platteland: waarom hebben zoveel huizen groen-witte kozijnen?
Wijzelf, maar ook onze voorouders lijken weinig creatief te zijn geweest als het om de kleur van ons huis gaat. De keuze voor groen met wit was vroeger snel gemaakt. Wie nu om zich heen kijkt, ziet dat groen inderdaad goed staat bij baksteen, maar groen werd ook gebruikt om rijkdom te etaleren. Deftige huizen hadden vaak groene kozijnen, voor veel mensen was het groen van toen veel te duur. Toen het goedkopere standgroen in de negentiende eeuw op de markt kwam, kozen veel mensen alsnog voor de deftige kleur. Dit zijn wij blijven doen, de kleur is nu zelfs zo algemeen geworden voor oude huizen dat standgroen nu ook wel ‘monumentengroen’ wordt genoemd.
In de Middeleeuwen werd echt ossenbloed gebruikt als bindmiddel voor de verf.
Onze boerderij Beerta, waar je het Groningse boerenbedrijf uit 1929 kunt beleven, is ook van groen-witte kozijnen voorzien. Toen wij deze winter Beerta opknapten en oude verflagen wegkrabden van haar kozijnen, kwam een groenblauwe waas tevoorschijn; zo wisten wij zeker met een historische standgroen te maken te hebben. Het goedkopere standgroen verkleurde sneller. De kleur werd vroeger gemaakt door gele en blauwe pigmenten te mengen, door blootstelling aan zonlicht weten wij nu, wordt geel veel sneller aangetast dan blauw, zo kon een blauwe gloed de overhand krijgen.
Maar let op; ook onze synthetische standgroen verkleurt! Standgroen wordt donkerder met de jaren, het is daarom verstandig altijd bij te houden in welke kleur je je huis nou precies had geschilderd, en niet de kleur van dat moment te laten mengen bij de verfwinkel. Want op die manier is de kleur standgroen een ratjetoe geworden van allerlei tinten donkergroen.
De kleur van verf kon zo een zekere status oproepen, had ooit een functie of werd misschien wel gekozen omdat men niet uit de toon wilde vallen.
Op een deur in de boerderij werden ook oude sporen aangetroffen van een andere typisch Nederlandse historische kleur; het ossenbloedrood. Net als voor de buitenkant, koos men voor het schilderwerk binnen vaak voor dezelfde kleuren. In de Middeleeuwen werd echt ossenbloed gebruikt als bindmiddel voor de verf, het gebruik van bloed en dan met name de bloedplaatjes, maakten dat de verf beter hechtte en zo het hout kon beschermen. Deze kleur had dus oorspronkelijk een functie. Tegenwoordig wordt deze verf niet meer van ossenbloed gemaakt, toch kom je deze kleur nog altijd tegen op oude balken, de vloer en ja soms ook op kozijnen.
De kleur van verf kon zo een zekere status oproepen, had ooit een functie of werd misschien wel gekozen omdat men niet uit de toon wilde vallen. Net als toen, hebben wij nu echt wel meer kleuren ter beschikking, toch kiezen wij er vaak voor aan kleuren vast te houden die inmiddels traditioneel genoemd mogen worden. Zo zijn het standgroen en ossenbloedrood niet alleen in Beerta - of je het nou mooi vindt of niet - overal in Nederland terug te zien.
Tim Smeets
Conservator Nederlands Openluchtmuseum