U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
‘De ene loopt op een kruk, de ander rijdt met een wagen’
Mensen met een handicap zijn in de achttiende en negentiende eeuw veel afgebeeld op volksprenten. Het vaakst zie je een bedelende mannelijke figuur, liggend onder een boom, met een wandelstok binnen handbereik. Op andere prenten zie je een bedelaar met wandelstok en een uitgestoken hand. De afbeeldingen staan te midden van andere plaatjes en teksten met aanmoedigingen om deugdzaam te leven. Naastenliefde door voedsel of geld aan arme mensen te geven was een belangrijke deugd.
Van de tientallen volksprenten in de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum waarop mensen met een handicap afgebeeld zijn, bekijken we er twee van dichtbij. De titel van de eerste volksprent luidt, vrij vertaald: ‘De ene loopt op een kruk, de ander rijdt met een wagen, om huis aan huis om een aalmoes te vragen.’ Het onderwerp is liefdadigheid. Onder elke afbeelding zie je een tekst van vier regels op rijm. De doelgroep is in het eerste vers benoemd: ‘kinderen, luister dan maar toe’.
Levensloop en leefwijze
Alleen over de man onderaan die met krukken loopt, staat niets over zijn levensgeschiedenis of werkzaamheden. Het vers beschrijft bewonderend diens snelheid: ‘Ik loop vlug, zelfs zeer snel, door alle straten in de stad, zo goed alsof ik benen had’. De tweede persoon bovenaan was zeeman; nu is hij ‘oud en krom’. De derde bovenaan was soldaat, die ‘vechtend in de strijd’ zijn benen verloor. De zwarte man, de derde afbeelding onderaan, is ‘in 't Oosten Land geboren’ en heeft zijn ‘voeten hier verloren’.
Over vier andere mannen en een vrouw staat niets over hun levensloop, maar wel hoe zij aan hun kost komen. De man linksboven speelt prachtig fluit. De man linksonder speelt verdienstelijk viool. De vrouw rechtsonder heeft een opvallend stemgeluid dat ze uitbaat met een toeter. De schrijver van het vers laat doorschemeren hoe het resultaat klinkt: ‘wat doet een mens al wonderlijke dingen’.
Beloning tijdens het leven of na de dood?
Betekenisvol is de tekst bij de man rechtsboven: ‘Ik ben kreupel maar ik kom eervol aan mijn dagelijks brood, door honden netjes te scheren. Daarvoor zal ik beloond worden na mijn dood.’ Wie deze volksprent bekijkt, ziet welke personen naastenliefde ‘verdienen’. Als iemand door eervol werken arbeidsongeschikt raakt, verdient die persoon als het ware beloning door liefdadigheid. En als iemand door een andere oorzaak een handicap heeft, moet diegene iets doen waarvoor hij beloond kan worden. Na de dood is er ten slotte een extra beloning mogelijk: een plekje in de hemel.
‘… en doe dan iets met je medelijden’
Bovenaan deze volksprent zie je een rij fantasiewezens, geïnspireerd op wonderlijke figuren uit schilderijen van de zestiende-eeuwse kunstenaars Hieronymus Bosch en Pieter Breugel de Oude. Daaronder staan twaalf heel verschillende mensen met een handicap, zoals een blinde man met een hond, een soldaat met een kunstbeen en een oude vrouw met krukken. Bovenaan staat het doel van de voorstelling: ‘Lach [eerst] eens om de gedrochten uit kunstwerken.' De andere plaatjes laten bedelaars zien. 'Denk daar eens over na en doe dan iets met je medelijden.’ De uitgever wil dat mensen [beter] zorgen voor mensen met een handicap die moeten bedelen. Deze volksprent werd jarenlang in grote oplagen gedrukt en steeds opnieuw nagemaakt door uitgevers.
In de geschiedenis hadden mensen met een handicap niet altijd dezelfde kansen en mogelijkheden. Vaak is er over hen beslist. Wie werken kon, werkte, bijvoorbeeld als hulp van een ambachtsman of boer, of in huishoudelijk werk. Lange tijd werden mensen met een handicap gezien als zielig en hulpbehoevend. Zij waren afhankelijk van anderen en moesten dankbaar zijn. Dat leerden kinderen van jongs af aan, zoals duidelijk wordt uit veel volksprenten.
Inge Schriemer
Conservator Ontwikkeling, Zingeving en Ontspanning
In de 21e eeuw zijn er veel meer mogelijkheden voor iedereen. Toch ervaren veel mensen met een handicap in het dagelijks leven drempels in de wereld en hindernissen in contact met anderen. Leer meer over mensen met een handicap in Nederland, vroeger en nu, in de tentoonstelling (On)beperkt. Leven met een handicap in het Nederlands Openluchtmuseum. De tentoonstelling is te zien tot medio januari 2025.