U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Vrij en blij in het zand
‘Voor de keuze van een badpak komt het niet alleen aan op smaak, doch ook op zelfkennis’, aldus de firma Tweka in 1941. Te kort of juist te lang, te wijd of toch te strak? Wie strandfoto’s uit de afgelopen eeuw bekijkt, ziet hoe uiteenlopend het menselijk lichaam aan het strand werd verpakt. Fascinerend, want het overgrote deel van de kleedregels aan zee waren ongeschreven. Strand- en zeeliefhebbers werden geacht te weten wat wel en niet kon. In krantenkolommen en tijdschriften was badmode dan ook een terugkerend onderwerp van gesprek.
Vanaf de achttiende eeuw dacht men al dat kopje ondergaan in de zee gezond was. Het zoute zeewater rechtstreeks op de huid zou een mens goed doen. ‘Kuren’ in een badplaats was inmiddels geliefd bij diegenen die het zich konden veroorloven. Veel badgasten konden niet zwemmen en werden in en uit het water geholpen door een lokale badvrouw of -man. Van de onderdompeling was weinig tot niets te zien door het gebruik van badkoetsen die het water werden ingereden. Zowel vrouwen als mannen betraden en verlieten volledig gekleed deze rijdende kleedhokjes.
Nat pak
Als eind negentiende en begin twintigste eeuw zwemscholen worden opgericht waar eerst mannen, maar al gauw ook vrouwen les krijgen, wordt baden in zee een veel gewoner en zichtbaarder tijdverdrijf. Gemengd baden is daarbij al gauw een feit. Dit eendelige badkostuum van omstreeks 1910 is van rood katoen. Het feit dat deze baadster blote armen had en ook haar onderbenen te zien waren, was een revolutie op zich. Natuurlijk bolde de stof van het wijde model badpak op in het water en kleefde kletsnat aan het lijf als de vrouw het water uitkwam. Enige modieuze verlichting bracht de ceintuur, waardoor de taille nog zichtbaar bleef. Donkere stoffen waren geliefd, maar de kleur rood behield, eenmaal nat, in ieder geval zijn kleur. Mannen droegen ‘blotere’ pakken, model hansop, met schouderbanden en korte pijpjes, die strakker om het lijf sloten.
Blote buik
Gaandeweg nam de tijd in het water toe, terwijl de hoeveelheid stof die het lichaam bedekte afnam. Vanaf 1930 kregen badpakken modieuze, lage ruguitsnijdingen en lieten de buik ten dele zien. Toch was het lang nog niet de bedoeling om eenmaal uit het water in het zwempak over het strand te paraderen. Men werd geacht een badmantel over de kleding aan te doen en weer kleren aan te trekken. Luchtige ‘strandpyjama’s’ kwamen in de mode. Vrouwen droegen ongestraft lange, wijde broeken met een kort jasje of top.
Modieuze bom
In 1946 schokte de bikini de modewereld: slim genoemd naar het eilandje in de Stille Oceaan waar Amerika vanaf dit jaar atoomproeven uitvoerde. De naamgever, ontwerper Louis Réard, vond zijn tweedelige badkostuum een ‘anatomische bom’. Velen werden afgeschrikt door het weinig verhullende karakter en negeerden deze nieuwe modegril liever. Gemeentebesturen met behoudende opvattingen probeerden al te blote badgasten te weren van de openbare weg. In Het Parool was in 1947 te lezen dat ‘het toppunt is bereikt door het bikini-badpak dat zo’n summiere bekleding vormt dat zelfs de afbeeldingen daarvan voor Hollandse ogen ongeschikt zijn’. Ondanks de lauwe ontvangst veroverde de bikini vanaf de jaren 1960 toch een vaste plek in de Nederlandse strandgarderobe, mede door charmante buitenlandse draagsters als Brigitte Bardot en Bondgirl Ursula Andress, die hiermee tegelijk een nieuw schoonheidsideaal uitdroegen.
Door de opkomst van nieuwe elastische materialen veranderde de snit en het draagcomfort. Deze bikini van omstreeks 1968-1970 is van dicht geweven synthetisch materiaal in vrolijke kleuren, meer kleur- en vormvast dan wol of katoen ooit waren. Hierna leek het alsmaar ‘minder, minder’ te worden met varianten als de monokini, de tankini en de minikini.
Voor elke body
Heeft dit alles voor permanente vrijheid blijheid op het strand gezorgd, of toch niet? De laatste jaren wordt iedereen meer en meer geacht zichzelf een bijbehorende ‘bikinibody’ aan te meten. Topless zonnen lijkt evenwel definitief voorbij. Toenemende kennis van schadelijke effecten van de zon zorgt voor een andere kijk op het zonnebaden. Modebewuste moslima’s in boerkini’s vragen juist aandacht voor het recht je lichaam meer te mogen bedekken. Wel zijn er heden ten dage ontelbare pasvormen en dessins bijgekomen, die volgens de aanbieders elke ‘body’ flatteren. Bad- en strandkleding blijft een hot item, waarbinnen, niet meer dan logisch, voortdurend golfbewegingen te zien zijn.
Rosalie Sloof
Conservator Modekleding