U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Wonen: van krot tot grachtenpand
Vanuit de opkamer van Herberg de Hanekamp maken we 'Kleine geschiedenis, grote verhalen': een podcastserie van het Nederlands Openluchtmuseum. Met schrijvers en wetenschappers duiken we in het verleden en met medewerkers van het Openluchtmuseum bespreken we bijzondere collectiestukken uit het park én het depot en nemen we een kijkje achter de voordeur van de mensen die vroeger leefden.
Vervallen krotten, smalle stegen en klamme kelderwoningen. In het Nederland van 1900 leven ongeveer een miljoen mensen onder erbarmelijke omstandigheden in overbevolkte wijken, zoals de Amsterdamse Jordaan. Om de krotbewoners te voorzien van zonlicht, verse lucht, schoon water en een afvoer voor urine en ontlasting, kwam er in 1901 de allereerste woningwet.
Over dit onderwerp praat ik met Joao Vitalis, educator bij Museum het Schip, en Tim Smeets conservator wonen bij het Nederlands Openluchtmuseum.
Zie hieronder welke objecten uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum besproken worden in de podcastaflevering.
Beluister hier de podcast
Letterlijk en figuurlijk een façade. In de Westerstraat vind je op het eerste gezicht gezelligheid en muziek.
Het contrast met de zijsteeg kan niet groter; hier is het donker en de muren komen op je af.
De Jordaan is de meest bezongen buurt van Nederland, maar wist je dat het nog geen eeuw geleden de meest armoedige sloppenwijk was?
In een krotwoning gebeurde alles in dezelfde ruimte, je ging er ook naar de WC. Riolering is nu voor ons een vanzelfsprekendheid, in de Jordaan was het een ongekende luxe.
In deze poepdoos stond een emmer, elke week werd de inhoud opgehaald. Deze poepdoos werd gemaakt in de negentiende eeuw, maar was ook in de twintigste eeuw nog in gebruik.
In de jaren zeventig werd hij door de heer Van Cleef ontdekt op zijn zolder in Gorinchem.
De heer Gorter kwam in 1917 uit Deli (Sumatra, Nederlands-Indië) naar Kortenhoef. In Indië was hij tabaksplanter, in het Noord-Hollandse dorp rozenkweker.
Net als in de Jordaan was er in Kortenhoef nog altijd geen gas en elektriciteit. Gorter kocht dit petroleumstel om te kunnen koken.
Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat Kortenhoef werd aangesloten, al die tijd is dit petroleumstel in gebruik geweest.
Door de slechte hygiëne en doordat groepen mensen dicht op elkaar leefden, waren besmettelijke ziekten een groot probleem.
Voor bijvoorbeeld TBC was geen remedie. Werd je ziek dan kon je in een TBC-huisje als dit in quarantaine. Soms verbleven mensen er wel twee jaar.
De wagen die de inhoud van de poepdoos kwam ophalen werd in Amsterdam de boldootwagen genoemd. Boldoot was een fabriek waar Eau de Cologne ('Odeklonje') werd gemaakt.
Deze foto moet in de jaren dertig of eerder zijn gemaakt, daarna werd de Jordaan eindelijk ook op de riolering aangesloten.
Dit vind je misschien ook leuk
-
De Amsterdamse school: een museum om de hoek
Normaal is het drukker rond haar woning, toeristen komen uit de hele wereld om haar buurt te bewonderen. We bevinden ons in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Ilse staat voor haar tuinhuisje midden in Het Schip, een woonblok gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School.
-
Verstedelijking in Nederland
Al vanaf de prehistorie hebben mensen een woonplaats, toen nog in hutten of in grotten. Niet lang daarna wordt ontdekt dat het leven in een groep veel veiligheid biedt. Dorpen groeien uiteindelijk uit tot steden, maar die zien er dan nog heel anders uit dan de stad zoals we die vandaag de dag kennen.
-
Het verhaal van Peggy Vastbinder
In onze videoserie ‘Het verhaal van’ ontdek je wat de presentatoren van het Nederlands Openluchtmuseum zo leuk en uniek vinden aan hun werk.