U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Gedachten en herinneringen | Deel 1
Na het overlijden van haar vader vindt Ingrid Kaandorp een schrift met gedachten en herinneringen over Alteveer rond de Tweede Wereldoorlog. Na zijn pensioen is Leo Kaandorp daarover gaan schrijven. Op deze pagina lees je deel 1.
1944
'Als we zondags uit de kerk komen en over de Apeldoornseweg lopen, komen er drommen bommenwerpers over op weg naar Duitsland. Ze vliegen in groepjes bij elkaar. Vanaf de grond wordt veel op ze geschoten, te zien aan de donkere wolkjes bij het ontploffen van de granaten. Plotseling is er een voltreffer, een toestel is een grote vuurbal. De rest vliegt gewoon verder, maar ik vraag me wel af wat die mensen gevoeld moeten hebben als je zo je kameraden ziet verdwijnen.
Op 17 september 1944 is iedereen in rep en roer, plotseling komen er heel veel vliegtuigen laag over en bij Oosterbeek worden duizenden parachutisten gedropt. Ik zit bij mijn vriend Hennie Mekels aan de overkant van de straat op zolder, het huis staat op de hoek van de straat en kijkt uit over de Beethovenlaan. We kunnen er heel veel weg kijken. Zo iets heb ik van mijn leven nog niet gezien, zij komen ons bevrijden van de Duitsers. Dan opeens zien we een vliegtuig in brand vliegen, op het laatst zien we er nog een paar mensen uitspringen. Het komt recht op ons af. Iedereen rent als een gek naar beneden. Het blijkt in een flauwe linkerbocht richting Deelen te vliegen.
Na de oorlog, ergens eind 1945, ga ik er met mijn broer Jaap naartoe, met een mes gaat hij repen van de banden snijden, die gaan dan ook om de velgen van de fiets, want luchtbanden zijn nog niet te krijgen! Voor mij is zo’n vliegtuig heerlijk speelgoed, ik zit op de plaats van de bommenrichter in de neus en doe alsof ik Duitsland bombardeer. Op de vliegerstoel kijk ik uit naar al die meters met vreemde opschriften, niet wetende dat het later mijn vak zou worden.
De strijd om Arnhem duurt een dag of drie en mislukt. Het zal de geschiedenis in gaan als een ‘brug te ver’. Ons leven wordt er niet makkelijker op, vooral als er geen water meer uit de kranen komt. We moeten er voor naar het Openluchtmuseum, daar is een well bij de watermolen. Zo’n ding heeft maar beperkte capaciteit, dus moeten we in de rij staan en wachten tot er genoeg water is, dan met een half emmertje vol naar huis lopen en zorgen dat er geen druppel uit klotst.
Op een avond staat de straat ineens vol met Duitse legerauto’s. We krijgen inkwartiering (het onderbrengen van militairen bij burgers thuis, red.). Mijn vader gaat er alvast een uitzoeken, beter dan afwachten. In de keuken zit een Duitse soldaat. Hij ruikt zoals alle Duitse militairen, het is de lucht van zeep of desinfectiemiddel, zoals ik ook vaak rook als ik naast ze in de tram stond. Hij heet Paul Mengelhaus en is eigenlijk een spoorbeambte uit het Ruhrgebied. Het is eigenlijk een best vriendelijke man. Hij neemt soms eten voor ons mee en mijn zus Anneke (5 jaar) neemt hij mee naar de dierentuin, waar hij met haar over het hek klimt, want is het is gesloten.
Hij vraagt ons waar de Engelsen zijn. Hij heeft jaren in Rusland moeten vechten en nu moet hij tegen de Engelsen vechten na opnieuw bevoorraad te zijn. Plotseling komt er bevel om te vertrekken en voor we het weten is de straat weer leeg. Er wordt weer gevochten en vooral bij luchtgevechten zitten we in de kelder, die mijn vader met een dikke paal in het midden gesteund heeft. We mogen alleen naar boven voor toiletbezoek en dat moet ik om de haverklap, want ik wil natuurlijk zo’n luchtgevecht ook wel eens zien. Maar het zijn alleen de geluiden, niets te zien in de lucht en in straat is geen levend wezen meer te bekennen.
Na een aantal dagen wordt het rustiger en ik hoor dat het Duitse leger terug is en op de Apeldoornseweg staat. We gaan er naartoe om te kijken en bij aankomst schrik ik me rot. Wat een puinhoop, van al die nieuwe wagens is niets goeds meer over. We vragen naar Paul Mengelhaus, maar moeten het opgeven. Hij is er niet meer wordt ons verteld. Als jongen van tien jaar weet je niet wat je daarmee aan moet, voor het eerst zag ik een Duitse soldaat als mens en dringt het zinloze van een oorlog tot je door. Zelfs als ik dit na bijna 60 jaar later neerschrijf en de oorlog tegen Irak (april 2003) in volle hevigheid aan de gang is, zit ik er nog lang over te piekeren.
Er gaan een aantal dagen voorbij en we worden opgeschrikt met de mededeling dat wij binnen enkele uren ons huis uit moeten. De hele stad wordt geëvacueerd. Alom heerst paniek. Wat neem je mee en wat niet? Het konijn wordt geslacht en terwijl mijn moeder zenuwachtig in de keuken dingen zoekt, breekt mijn vader de vloer in de huiskamer open om er kostbaarheden, zoals zilveren bestek en wat dies meer zij te verstoppen. Later zou blijken, dat het voor de Duitsers een koud kunstje was om alles te vinden, want iedereen doet zoiets. Tijdens onze afwezigheid zou de hele stad leeggeroofd worden. Treinladingen vol dingen gingen naar de gebombardeerde steden in Duitsland met het opschrift 'Hielfe aus Holland'.
Ik sta in de voorkamer naar buiten te kijken. Overburen hebben een oude kinderwagen van zolder gehaald en laden er van alles op, zelfs beddengoed, totdat het ding topzwaar wordt en bijna omvalt. Oude fietsen, alles wat maar wielen heeft komt tevoorschijn. Huis aan huis is men aan het pakken. Wat zal de toekomst ons brengen? Ten zuiden van de Schelmseweg moet alles weg zijn en we krijgen te horen dat er mensen naar het Openluchtmuseum gaan, dus dat wordt onze eerste bestemming. We zijn niet de enigen, half Alteveer gaat die kant op. Bij de ingang, toen nog aan de Schelmseweg, staat al een hele rij.'
Verder lezen?
-
Gedachten en herinneringen | Deel 2
Na het overlijden van haar vader vindt Ingrid Kaandorp een schrift met gedachten en herinneringen over Alteveer rond de Tweede Wereldoorlog. Na zijn pensioen is Leo Kaandorp daarover gaan schrijven. Op deze pagina lees je deel 2.
-
Gedachten en herinneringen | Deel 3
Na het overlijden van haar vader vindt Ingrid Kaandorp een schrift met gedachten en herinneringen over Alteveer rond de Tweede Wereldoorlog. Na zijn pensioen is Leo Kaandorp daarover gaan schrijven. Op deze pagina lees je deel 3.